Categorieën
Belevingen

In het licht van een grijze dag.

Het is doodstil buiten. Ritmisch tikken kleine regendruppels op het grote schuifdeurraam dat uitzicht geeft op het inimini stukje aarde dat mij toegang geeft tot het mysterie der natuur. Halsreikend laten bloemen en planten zich deze douche van regen welgevallen en krijgen zienderogen hun kleur en gestalte terug. Want het is lang droog geweest en ze waren blij met een gietertje water maar het liefst hebben ze toch gewoon de zegen van een verkoelende wolk. 

Een duif klieft door de grijs getinte lucht. Aan haar snelheid en volle bekje lees ik de intentie af waarmee zij naar het nest vliegt waar ongetwijfeld een aantal open bekjes op haar wachten. Of misschien wel op hem want het zou ook best een papaduif kunnen zijn. Het zal die kleintjes een worm wezen van wie ze die krijgen en mij eigenlijk ook niet. Enkele voorbij rijdende auto’s wekken mijn irritatie. Het is niet eens zozeer het geluid dat me stoort. Het is het tarten van het ritme van de regen waardoor mijn natuurlijk harmonisch evenwicht wordt verstoord en mijn gevoel wordt getriggerd te willen vluchten. Gelijk daarop volgt dan altijd dezelfde vraag ‘ja maar waar dan naar toe?’ waarop het antwoord uitblijft en mijn verlangen naar een glas wijn de kop op steekt. Uitgesloten dat ik daar aan toegeef want ik heb geen wijn in huis en het is geen noodzaak om me er zeiknat voor te laten regenen. Alhoewel. Een beetje beweging zou me geen kwaad doen. 

Ik ben niet vooruit te branden vandaag. Duidelijk een terugslag na gister en eergister. Ik moet gewoon niet vergeten dat mijn lichaam 70 jaar is en niet meer kan wat ik wil en denk dat het kan. Hoe fantastisch het ook is, een dag lang optrekken met een kindje van amper een jaar dat net kan lopen, eist hoe dan ook toch z’n tol. En na 3 maanden geen therapie, geen fysio en niet kunnen zwemmen na dat jaren lang heel intensief wel te hebben gedaan, is het nog maar de vraag in hoeverre ik die aanslag ooit nog te boven kan komen. Dat is wat dat virus op z’n geweten heeft en dat is waar ik vandaag mee zit. Met pijn in m’n hele lijf en geen puf om iets nuttigs uit te richten. Nou moet ik eerlijk bekennen dat mijn begrip van nuttig in de loop der tijd qua betekenis behoorlijk in kracht heeft ingeboet. Ik zie d’r het nut niet meer van in. 

Het mooie van ouder worden is dat je terugkeert naar je kindertijd. Om de doodeenvoudige reden dat je lichaam slijt, je spieren verstijven en je gewoon trager wordt terwijl de wereld om je heen steeds sneller gaat. De wereld om mij heen verandert sneller dan ik bij kan houden. Mijn eigen vertrouwde taal  is in vergetelheid geraakt. Vervangen door woorden waarvan ik de betekenis niet kan vatten. Schrijfwijzen veranderen sneller dan dat het jaar duurt waarin kinderen moeten blijven zitten. Diploma’s hebben de liefde vermalen die zich eerst kenbaar maakte in ervaring en vakmanschap. Diepgang is bedolven onder oppervlakkigheid. Waarheid is compleet overruled door de leugen waarop dit hele wereldgebeuren is gebaseerd. 

De reden en het doel als mens geboren te worden om God als creatief beginsel in jezelf te vinden is nog slechts tot een enkeling door gedrongen. Van kinds af aan worden we lichamelijk, psychisch en geestelijk verminkt, vergiftigd, worden we systematisch onderdrukt, gemanipuleerd, geprogrammeerd en gemaakt tot slachtoffer danwel monster. Onbewust verworden we tot proefkonijnen van wetenschappen die voorbestemd zijn om achterhaald te worden. Worden we gestimuleerd te geloven dat we zijn wat we in een boek hebben gelezen en onze maatschappelijke positie waar kunnen maken door te pronken met andermans veren. 

Ons is en wordt wijs gemaakt dat er geen andere weg is om ons zelf te realiseren dan door onze ziel te verkopen aan een duivelse virtuele wereld die ten onder gaat aan z’n eigen vernuft. Intussen hebben we de verbinding met de aarde waaruit ons lichaam bestaat en die ons voedt veronachtzaamt en zo goed als verbroken. Wetenschappelijk onderbouwd stevenen we af op totale ondergang van alles waar we in wezen diep dankbaar voor behoren te zijn. Gedreven door hebzucht tracht het ego de bedoeling van ons bestaan te ondermijnen door te negeren dat samenwerken met de natuur  iets heel anders is dan de natuur en het universum willen overtreffen. 

Wonder boven wonder leef ik nog dankzij twee beren die broodjes konden smeren en wint mijn onaangetaste kinderlijke verwondering het van mijn diepe droevenis wanneer de kikkers in mijn tuin bij het vallen van de avond om mij heen dansen als dank voor het water waarmee ik hun vijver vul. 

Van potlood, naar een kroontjespen was voor mij al een hele onderneming, want mijn drijfnatte handjes maakten grote blauwe inktvlekken en voor vlekken werd je bestraft met een laag cijfer. De openbaring van de balpoint  leek even een einde te maken aan mijn bijvoorbaat verloren strijd, echter weigerde deze iets weer te geven op nat papier. In pijnlijke stilte drukten ongeboren woorden op mijn hart en wachtten op de uitvinding van de typmachine waarop mijn vingers nooit blind de weg hebben kunnen vinden en steeds opnieuw weer bekneld raakten tussen de toetsen terwijl zij blauw-zwart werden van altijd scheef trekkend carbonpapier dat voor onleesbare kopieën zorgde. Een elektrisch aangedreven exemplaar werd voorgesteld als de ultieme uitkomst maar veranderde voor mij feitelijk niets behalve dat de uiteindelijk toch kromgegroeide gewrichtjes van mijn wijsvingers iets minder belast werden.

Van het ene op het andere moment werd de typemachine verslagen door een aantal gigantische alles behalve geluidloze apparaten die samen een schrijfmachine vormden met een brein. Een brein dat anders dacht dan ik en anders deed dan wat ik wilde doordat deze in het geheim bestuurd werd door een onzichtbare vijand die zonder pardon op eigen initiatief ingreep in mijn doen en laten en daarmee  mijn werk en leven verwoestte. Één druk op een toets en het verhaal waaraan ik maanden lang vol liefde had gewerkt was volledig in lucht opgelost. Wat rest is de pijn van opgelopen trauma’s die nooit zullen worden verwerkt zolang de daders vrijuit gewoon doorgaan met hun machtsmisbruik, totdat zij worden ingehaald door hun eigen opgevoerde internetsnelheid.

Grijze wolken drijven over normenloos niemandsland waar ik aangezet door emoties vorm tracht te geven aan de waarde van mijn bedreigde bestaan. In tegenovergestelde richting klapwiekt de duif op weg naar nieuw voedsel voor haar kleintjes. Zoekend naar verloren gegane woorden breekt in een flits een bundel zon door en laat mij stralen in het licht waaruit alles opnieuw geboren wordt.